Voorkeuren instellen

Inhoudsopgave

Hoe kan ik...

Klik in het optievenster op Voorkeuren om speciale ScanThru-instellingen aan te passen. Het tabblad Voorkeuren verschijnt.
Op dit tabblad worden de voorkeuren weergegeven die zijn geselecteerd bij Documentbron.
Op het tabblad Voorkeuren kunt u de volgende programma-instellingen aanpassen zodat u ze de eerstvolgende keer dat u afbeeldingen scant beschikbaar hebt:
  • Transparantie: met deze instelling wijzigt u de weergave van alle vensters in ScanThru.
    Met Transparantie selecteert u de transparantiemodus en past u de ondoorzichtigheidsgraad van de vensters aan. Als u de waarde bij Ondoorzichtigheid (%) verhoogt, worden de vensters helderder en ondoorzichtiger weergegeven. Als u het ondoorzichtigheidsniveau verlaagt, worden de vensters vager en transparanter weergegeven.
  • Poort: met deze instelling wordt de apparaatpoort geselecteerd die ScanThru gebruikt.
    ScanThru kan maar met één fysiek apparaat tegelijkertijd werken: hetzij een lokaal of een netwerkapparaat. Gebruik Poort wijzigen om te schakelen tussen een lokaal en een netwerkapparaat of omgekeerd. U kunt ook een specifiek netwerkapparaat selecteren uit een lijst met beschikbare apparaten.

  • ** Netwerkpoort is alleen beschikbaar bij een netwerkscanner.
  • Opties: deze instelling geeft automatisch aan welke bewerkingen moeten worden uitgevoerd als het programma ScanThru wordt gestart en/of na een afdrukvoorbeeld.
Selecteer een van de volgende vakjes om bewerkingen op te geven:
  • Afdrukvoorbeeld bij start programma.
  • Automatisch bijsnijden na afdrukvoorbeeld.
  • Automatisch aanpassen na afdrukvoorbeeld.

Verwante onderwerpen: